Home / Eten voor iedereen – of blijven de armste boeren buiten beeld?

Eten voor iedereen – of blijven de armste boeren buiten beeld?

By Jeroen Troost, participant of masterclass MP Watch of Woord en Daad
June 7, 2018 By: F&BKP Office Image: SDG Nederland
Share:

Het Nederlandse ontwikkelingsbeleid sluit zich aan bij SDG 2: in 2030 moet alle honger en ondervoeding de wereld uit. Tegelijkertijd wil Nederland dat de landbouwprojecten in voedselonzekere gebieden ons geld opleveren. Door deze instelling lijkt juist de meest kwetsbare groep boeren te worden vergeten.

Gaten in het beleid

Sinds 2011 is voedselzekerheid een speerpunt van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Sindsdien zijn er mooie resultaten geboekt, zoals te zien is in het pas verschenen rapport van Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), Food for thought. IOB is onafhankelijk en evalueert het beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Welke resultaten zijn op de langere termijn behaald? In het kader van het geëvalueerde voedselzekerheidsbeleid uit de periode 2012 – 2016 investeerde Nederland vooral in marktgestuurde landbouwontwikkelingsprojecten. En met succes. In het rapport concludeert IOB dat het beleid relevant is en dat veel landbouwprojecten waar Nederland aan heeft bijgedragen voor de boeren hebben geresulteerd in een hogere productie en in een hoger inkomen.

Ook tijdens mijn reis door Oeganda heb ik dit gezien. Er zijn waardevolle, succesvolle projecten opgezet waar boeren van profiteren en daadwerkelijk hun levensstandaard mee kunnen verhogen. Hutten worden huizen. Fietsen worden bromfietsen. Bij de projecten gesteund door de Nederlandse ambassade waren de armste boeren bijna altijd buiten beeld. Een groep die ondersteuning zo hard nodig heeft, lijkt te worden vergeten.

Onderzoek bevestigt dit. Een belangrijk kritiekpunt van IOB op het beleid tussen 2012 en 2016 is namelijk dat niet elke boer wordt bereikt. Nederland bereikt met zijn beleid vooral de boeren die voor de markt zouden kunnen produceren. Voor de boeren die landbouw eigenlijk enkel als overlevingsstrategie gebruiken – de zogenaamde subsistence farmers – en de boeren die uit de landbouw willen stappen, is deze vorm van beleid niet heel geschikt. Terwijl zij juist het meest voedselonzeker zijn.

In haar nieuwe beleidsnota Investeren in perspectief noemt minister Kaag twee doelen. Ten eerste moeten in 2030 acht miljoen boerenbedrijven in inkomen en/of productie zijn verdubbeld. Ten tweede wil Nederland de lokale voedselproductie ondersteunen en zo ondervoeding duurzaam tegengaan. Op deze manier zouden in 2030 tenminste 32 miljoen mensen niet langer in honger moeten leven. Hoe dit precies dient te gebeuren en welke mensen hiermee bereikt moeten worden, blijft echter onduidelijk. Zo dreigt ook het toekomstige beleid gaten te laten vallen.

Armere boeren kunnen worden bereikt

Nederland heeft zeker middelen om de armere boeren te bereiken. Sociale vangnetten, voedselverrijking (het toevoegen van voedingsstoffen aan voedsel) en bewustwording over gezond eten kunnen bijvoorbeeld de kwetsbare huishoudens helpen, maar het zijn geen oplossingen om de boeren structureel uit de armoede te halen zodat ze betere voeding kunnen kopen. Effectieve methoden voor het versterken van de voedselzekerheid zijn, zo blijkt, het versterken van de landrechten, het investeren in rurale wegen en andere infrastructuur, en zelfs directe inkomenstransfers, oftewel het geven van cash. Met dergelijke methoden worden ook de boeren met minder commercieel potentieel bereikt, en helpt Nederland ook hen om blijvend goede voeding op tafel te zetten.

Het is belangrijk dat Nederland beseft op welke doelgroep er gericht wordt bij de verschillende projecten. Dat past ook bij het advies van IOB. Ga bij het beleid primair uit van de voedselonzekere consument. Wie zijn deze consumenten, hoe kunnen we ze bereiken met gezonde voeding en welke methode past hierbij?

Minister Kaags beleidsnota heeft een duidelijke commerciële inslag: het internationaal verdienvermogen van Nederland moet worden vergroot. Als Nederland zich meer gaat focussen op de armere boeren, worden inderdaad de commerciële belangen van Nederland minder gediend. In dezelfde nota worden echter ook de SDG’s als leidraad genomen van het Nederlands ontwikkelingsbeleid. En als we ons écht willen committeren aan SDG 2, als we echt willen dat in 2030 alle honger de wereld uit is, moet Nederland zich op elke groep boeren richten en niet enkel op de boeren met marktpotentieel. Er zijn genoeg mogelijkheden om ook de armere boeren te bereiken, mits Nederland zich bewust op hen richt.

De SDG’s gelden voor alle lagen in de samenleving. En degenen die het meest achterlopen dienen als eerst te worden bereikt. Dat is Leaving no one behind. Maar Nederland lijkt nu juist de meest kwetsbare groep boeren te vergeten.

_ _ _

Bron: SDG Nederland

Jeroen Troost is deelnemer van MP Watch van Woord en Daad, een masterclass in politiek en ontwikkelingssamenwerking. In het kader daarvan doet hij onderzoek naar de Nederlandse inzet op het gebied van voedselzekerheid. De resultaten zullen binnenkort gepresenteerd worden aan Tweede Kamerleden.

Share:

Leave your contribution here

(will not be published)

Latest F&BKP posts
F&BKP Office
March 23, 2021
F&BKP Office
March 23, 2021
F&BKP Office
March 23, 2021
F&BKP Office
December 18, 2020
FBR end conference
F&BKP Office
December 18, 2020